In 14 boeken
In veertien boeken verstenen
even beneden mijn naam
ook mijn woorden - wijs mij degene
die nu iemand op doen staan
de gordijnen traag openen, het raam,
om eindelijk! weer eens graag
te lachen, naar buiten te gaan?
desnoods met de kop omlaag
Beluister dit gedicht in het Nederlands.
Stem: Leo van Zanen
Ontdek dit gedicht in een minuut
Schrijvers brengen boeken uit om hun werk te delen, hun naam te verspreiden en hun woorden te vereeuwigen. Maar wat doen deze woorden precies met de lezers? Maken ze iets los of zetten ze de lezers tot iets aan? Leo Vroman vroeg zich dit af toen hij in 1964 al veertien boeken op zijn naam had staan maar toch nederig was gebleven. Als iemand door zijn werk wat vrolijker was geworden, dan vond hij dat al heel wat.
Meer weten? Je kunt op deze website het gedicht beluisteren, je verdiepen in de totstandkoming en de maker en ontdekken wat Leidenaren ervan vinden.
Leo Vroman
Gouda 1915 - Fort Worth (Texas) 2014
Leo Vroman is een van de meest bekende Nederlandse dichters. Toch heeft heeft hij slechts een deel van zijn leven in Nederland gewoond. Vroman was joods en vluchtte vier dagen na de inval van de Nazi’s via Engeland naar Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. Hij hoopte daar zijn universitaire studie biologie voort te zetten, maar kwam in een kamp terecht toen de Japanners het land veroverden. Vroman overleefde uiteindelijk vier kampen in Nederlands-Indië en Japan. Poëzie hielp hem deze periode te overleven; hij schreef een flink deel van zijn oeuvre tussen 1940 en 1945. Ook in zijn latere werk speelt de oorlog regelmatig een rol.
Nederlander en Amerikaan
In 1947 emigreerde Leo Vroman naar de Verenigde Staten. Ondanks dat hij bijna zijn hele volwassen leven in Amerika heeft gewoond, is hij blijven dichten in zijn moedertaal. In 1964 ontving Vroman als jongste dichter ooit de P.C. Hooftprijs voor zijn oeuvre.
Dichter en wetenschapper
In Nederland werd Vroman bekend als dichter, maar in Amerika werkte hij voornamelijk als wetenschapper. Hij promoveerde als bioloog en deed veel onderzoek naar bloedstollingsverschijnselen. Er is zelfs zo’n verschijnsel naar hem vernoemd: het Vroman-effect. Volgens Vroman hebben de dichtkunst en de wetenschap met elkaar gemeen dat ze iets onderzoeken of ontdekken. In zijn werk probeert Vroman de poëzie en de wetenschap soms te verzoenen, bijvoorbeeld in zijn gedichten ‘Biologie voor de jeugd’ en ‘Mens’.
Waar gaat dit gedicht over?
Het gedicht In veertien boeken gaat over het schrijverschap. Toen Leo Vroman het schreef had hij al veertien boeken uitgebracht. Op de voorkant van deze boeken stond uiteraard zijn naam. Ook de woorden die daarop volgden, de inhoud, was ‘versteend’ oftewel vereeuwigd. Van al die duizenden woorden, welke raakten de lezer nu echt? Die vraag stelt Leo Vroman in dit gedicht.
Schrijver en lezer
Vroman vraagt zich af welke woorden de kracht hebben om gemoederen in beweging te brengen. Om bijvoorbeeld de gordijnen te laten openen, of zelfs weer eens te lachen of de deur uit te gaan. ‘Desnoods met de kop omlaag’ wijst erop dat zelfs het kleinste effect de schrijver al voldoening geeft. Het is de reactie waar iedere schrijver stiekem op hoopt.
Ontstaan van dit gedicht
In 1965 bracht het belangrijke literaire tijdschrift Maatstaf een themanummer uit over korte gedichten. Daarin mocht de vijftigjarige Leo Vroman, die kort daarvoor de P.C. Hooft-prijs had gewonnen, niet ontbreken. Hij stuurde onder andere het gedicht ‘In veertien boeken’ in. Dit gedicht heeft hij waarschijnlijk niet lang daarvoor geschreven.
De samensteller van het themanummer schreef in zijn inleiding: ‘Ik ben ervan overtuigd, dat wie in het jaar 2065 op deze groezelige, woezelige, smoezelige tijden zal terugzien, dat die tijd dan spreken zal van een eigenaardig sterke trek naar zuiverheid.’
Ik heb een verhaal bij dit gedicht
Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.
Leo Vroman in Leiden
Foto Inge Harsten
Dit gedicht is in 1998 aangebracht op de gevel van het Plantsoen 1, hoek Levendaal. Het was het 61e muurgedicht dat door Stichting TEGEN-BEELD werd gerealiseerd. Het getal ‘veertien’ uit de titel was niet geschreven in letters, maar verbeelde in een illustratie 14 boeken naast elkaar op een boekenplank. Bij de laatste renovatie van het pand in 2017 is het gedicht verdwenen.
Let op: dit gedicht is helaas niet meer op de muur te zien. Mogelijk wordt het in de toekomst gerestaureerd.
Leo Vroman en zijn lezers
Voor Leo Vroman was poëzie in de eerste plaats autobiografie. Hij zag zijn dichtwerk als een soort dagboek. Pas na aandringen van zijn vrouw Tineke en zijn vriend Max de Jong besloot hij ook te publiceren. Vroman is altijd eerlijk geweest over het feit dat hij positieve waardering nodig had om te blijven schrijven. In de jaren 1970 schreef hij zelfs korte tijd helemaal niet meer. Pas toen een jongen in een restaurant hem een compliment gaf over zijn dichtwerk, pakte hij de draad weer op.
Gedichten over schrijverschap en dichterschap zijn dan ook niet uitzonderlijk in het oeuvre van Vroman. Zo schreef hij de gedichten ‘Publiek’ (1960) en ‘Over de dichtkunst. Een lezing met demonstraties’ (1961). Ook uit zijn bekende ‘Voor wie dit leest’ (1945) spreekt een verlangen naar het waarnemen van lezersreacties: “Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn / en door de letters heen van dit gedicht / kijken in Uw lezende gezicht / en hunkeren naar het smelten van Uw pijn”. De rode draad in deze gedichten is dat schrijver en lezer niet zonder elkaar kunnen. Ze hebben elkaar nodig.
Citaten
En ra ra, wat ben ik dan
realist, surrealist?
mispoes, je hebt je vergist:
Vroman
Leo Vroman, Uit Slaapwandelen, 1957
Ik geloof dat ik gedichten huil.
Leo Vroman
De geest van Vroman heeft de Nederlandse poëzie een van de wonderlijkste en mooiste oeuvres opgeleverd. Leo Vroman leek te dichten om de wereld naar zich toe te halen, om de dingen aan te kunnen raken, ze te proeven.
Arjen Fortuin
Ik ben niet bang voor wat er komt. Alles is één groot mysterie; we weten niet wat leven is, maar we weten ook niet hoe het is om dood te gaan. Ik ben er eerlijk gezegd wel een beetje nieuwsgierig naar. Al kan ik dat natuurlijk makkelijk zeggen. Ik laat al die boeken achter; ik kan mij altijd nog verbeelden dat ik niet echt weg ben.
Leo Vroman
Ik word niet graag 'dichter' genoemd. Voor mij is dichten evenmin een beroep als spijsverteren.
Leo Vroman
Wist je dat?
- Leo Vroman heeft geen spijt gehad van zijn vertrek uit Nederland. Hij schreef vastberaden: ‘Liever heimwee dan Holland’.
- Leo Vroman is tot aan zijn dood blijven dichten. Enkele dagen voor zijn dood op 22 februari 2014 schreef hij een gedicht met de treffende titel ‘Einde’.
- Bijna iedere avond legde Leo Vroman een nieuw gedicht op het hoofdkussen van zijn vrouw Tineke. Zijn vrouw was zijn grote muze. Zij was eveneens bioloog van beroep en ook zij schreef zo nu en dan gedichten.
- Literatuurcriticus Kees Fens noemde Leo Vroman ‘de vlakbijste dichter van Nederland’. Paradoxaal aangezien Vroman in Amerika woonde, maar het had vooral betrekking op zijn poëzie, waarin de dichter toenadering zoekt tot de lezer.
- Leo Vroman heeft veel van zijn eigen gedichten voorzien van tekeningen. Naast een gevestigd dichter en bioloog was hij namelijk ook tekenaar. Bij dit gedicht maakte hij deze tekening:
Fourteen books
Fourteen books petrify
My name just below
And also my words - show me the ones
Which make someone rise and go
The curtains open slowly, the window,
To finally! Be able to
Laugh again, to go outside?
Even with heads hanging low
Meer weten?
Dit lemma is geschreven door Nikki Spoelstra in samenwerking met het Taalmuseum. De vertaling naar het Engels is ngemaakt door Rianne Koene. De volgende bronnen zijn geraadpleegd:
- Brems, Hugo. Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2013.
- Fortuin, Arjen. ‘Twee weken geleden schreef hij z’n laatste gedicht’ In: NRC, 24 februari 2014.
- Geuns, Suzanne van, en Emy Koopman, ‘Ik geloof dat ik gedichten huil. Interview met Leo Vroman’. Tijdschrift Vooys 29.4 (2011).
- Hengel, Mirjam van, Alle malen zal ik wenen. Het mooiste van Leo Vroman. Amsterdam/Antwerpen: Querido, 2015.
- Het Literatuurmuseum over Leo Vroman.
- Visser, Arjan. ‘Leo Vroman: Jezus leek mij wel een aardige vent’. In: Trouw, 22 februari 2014.
- ‘Leo Vroman’, Maatstaf 1965, via dbnl.nl
- Ben Peperkamp in Vooys.