Grondmoeder
ik ben niet ik
zolang mijn bloed
niet van jou bezeten is
tot in alle aders van mijn lichaam.
ik ben niet ik
zolang mijn wortels
niet zakken, niet schieten,
mijn grondmoeder, tot in jouw hart.
ik ben niet ik
zolang het mij niet lukt
jouw beeld te bewaren,
te dragen in mijn ziel.
ik ben niet ik
zolang je 't niet uitschreeuwt
van vreugde of van pijn
in mijn stem.
Vertaling Michel Berchem, Jan Bongers en Michiel van Kempen
Spreek je Sranan tongo en wil je dit gedicht inspreken? Neem contact met ons op via muurgedichten@taalmuseum.nl!
Ontdek dit gedicht in een minuut
Gronmama, de grondmoeder, is de belangrijkste godin uit het Surinaamse volksgeloof. Ze symboliseert zowel het land als de geesteswereld. In dit gedicht beschrijft Trefossa zijn binding met zijn geboortegrond. Dat deed hij in het Sranan Tongo, zijn geboortetaal: destijds een revolutionaire keuze. Het onderwerp kwam weliswaar uit de folklore, de vorm was zeer eigentijds en radicaal.
Meer weten? Je kunt op deze website het gedicht beluisteren, je verdiepen in de totstandkoming en de maker en ontdekken wat Leidenaren ervan vinden.
Trefossa, pseudoniem van Henny de Ziel
Paramaribo 1916 - Haarlem 1975
Henny de Ziel groeide op in een christelijk gezin in Paramaribo. Hij was een slimme leerling: op de basisschool sloeg hij een klas over en op de mulo slaagde hij als een van de besten van zijn jaar. Ook had hij op zijn achttiende al een diploma als hulponderwijzer op zak. Hij wilde dan ook graag het onderwijs in, maar dat was door de economische crisis van de jaren 1930 niet eenvoudig. Hij werkte enkele jaren in een ziekenhuis en startte zijn onderwijscarrière in het district Saramacca, ver van Paramaribo.
Pionier van het Sranan Tongo
Trefossas naam is onlosmakelijk verbonden met het Sranan Tongo. Die taal ontstond op de plantages en had lang een lage status. Docenten en ouders ontmoedigden het gebruik ervan; wie verder wilde komen in het leven, diende correct Nederlands te spreken. Koloniale bestuurders zagen het niet als echte taal maar hoogstens als communicatiemiddel voor de onderkant van de samenleving. Trefossa toonde met zijn bundel Troki (1957) de schoonheid en rijkheid van deze taal, en zette zich ook als onderwijzer in voor grote waardering van het Sranan Tongo.
Waar gaat dit over?
Dit gedicht gaat over waar je thuishoort. Toen vanuit West-Afrika de voorouders van de huidige bewoners als slaven naar Suriname werden verscheept, namen ze hun religieuze wereld mee. Die bestond uit tal van goden en geesten, die sterk waren verbonden met het landschap. Er is in het volksgeloof ook sprake van een oppergod, de aardse godin Mama Aisa of Gronmama. Die naam, in het Nederlands zoiets als ‘moeder aarde’, maakt al direct het verband tussen de geestelijke wereld en de omgeving duidelijk.
Gedicht
Deze folklore is voor Trefossa het vertrekpunt. Hij richt zich in het gedicht niet tot de Gronmama, zoals bijvoorbeeld in Winticeremonies gebeurt. In plaats daarvan voert hij haar op als symbool van zijn verbondenheid met Suriname: hij is pas echt zichzelf als hij verbonden is met haar, ofwel: met het land en de geesteswereld die daarbij hoort.
Ontstaan van dit gedicht
In 1957 verscheen Trefossa’s eerste bundel Surinaamse gedichten, Troki (aanhef), de eerste dichtbundel in het Surinaams ooit. Hierin zijn 19 gedichten te vinden die hij schreef tussen 1949 en 1956. In het eerste deel van die periode werkte hij als onderwijzer, in 1953 vertrok hij naar Nederland om een archiefopleiding te volgen. Het was zijn eerste verblijf in Europa. Mogelijk schreef hij Gronmama hier, met enig gevoel van heimwee?
Ik heb een verhaal bij dit gedicht
Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.
Trefossa in Leiden
Foto Anoesjka Minnaard
In 1968 emigreerde Trefossa naar Nederland. Het was noodgedwongen: het ging slecht met zijn gezondheid en de medische zorg die hij nodig had, was in Suriname niet te krijgen. Eind 1970 werd hij opgenomen in het Leidse Academisch Ziekenhuis, in kritieke toestand. Hij herstelde gedeeltelijk en woonde zijn laatste levensjaren in herstellingsoord ‘Zonneduin’ in Bloemendaal. Dat stond onder leiding van Hulda Walser, waarmee hij een klein jaar voor zijn dood trouwde.
Muurgedicht
Dit muurgedicht is sinds 1997 te vinden aan de Pelikaanstraat 9, de Van der Werffstraat en de Lege Werfsteeg in Leiden. Het was het 49e muurgedicht dat door Stichting TEGEN-BEELD werd gerealiseerd. In 2004 werd het overgeschilderd, maar drie jaar later is het opnieuw aangebracht.
Citaten
Het Nederlands is voor ons belangrijk, maar wij zijn niet belangrijk voor Nederland.
Trefossa, 1963
Het is diep immoreel om een taal, geboren uit wisselwerking en geschiedenis van de gehele gemeenschap, te verwaarlozen of doden.
Trefossa over het Sranan Tongo
Wist je dat?
- Trefossa is de auteur van de tekst van het Surinaamse volkslied. Dat bestaat uit een couplet in het Nederlands (God zij met ons Suriname) en een couplet in het Sranantongo (Opo, kondreman un' opo!).
- Trefossa muntte het woord Srefidensi, zelfstandigheid. Die term werd de gangbare benaming voor de staatskundige onafhankelijkheid van Suriname in 1975.
- Trefossa overleed in Haarlem en werd daar ook begraven. In 2004 zijn de stoffelijke overschotten van hem en zijn vrouw overgebracht naar Suriname. Er werd in het centrum van Paramaribo toen ook een gedenksteen voor hem geplaatst.
- Het is onduidelijk waar De Ziel zijn pseudoniem Trefossa precies op baseerde. Het meest waarschijnlijk is dat hij het ontleende aan de nederige Bijbelse figuur Tryfosa en aan het Surinaamse woord 'treef', dat staat voor verboden voedsel.
- Trefossa was een voorvechter van wat hij Surinaams onderwijs noemde: geen navolging van Nederland, maar onderwijs aangepast naar lokale situatie, waarin het Nederlands vaak de tweede of derde taal was.
Gronmama
Mi a no mi
solanga mi brudu
fu yu a n'e trubu
na ini den dusun titei fu mi
Mi a no mi
solang mi lutu
n'e saka, n'e sutu
mi gronmama
Mi a no mi
solang m'no krari
fu kibri, fu tyari
yu gersi na ini mi dyodyo.
Mi a no mi
solanga y' n'e bari
f' prisir' ofu pen
na ini mi sten.