XXI
Zie je de potentaat in weeldedronken
opzichtig zwaar met goudbestikt ornaat?
Hoe zonlicht elke vinger vol karaat
flitsend in aureolen doet ontvonken?
Ceders van eeuwen tot plafonds geklonken,
heel dit paleis in vorstelijke staat
op jaspiscolonnaden? Overdaad
van draperieën in purper verzonken?
Gaap het niet aan. Wees dan liever jaloers
op wie weinig bezit, wie niet hoog vliegt
en koesterend een schat in handen houdt.
Val niet voor praalzucht, ijdel en platvloers:
uit alle flonkering en luxe liegt
de vale geelzucht van het gore goud.
Vertaling: Dolf Verspoor
Beluister dit gedicht in het Spaans.
Stem: Elisabet García Glez
Ik heb een verhaal bij dit gedicht
Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.
Francisco Gómez de Quevedo y Villegas in Leiden
Foto Inge Harsten
Dit muurgedicht is sinds september 2000 te vinden aan de Sint Pancrassteeg 2a in Leiden. Het was het 89e muurgedicht dat Stichting TEGEN-BEELD in Leiden realiseerde.
¿Ves, con el oro
¿Ves, con el oro, áspero y persado
del poderoso Licas el vestido?
¿Ves el sol por sus dedos repartido,
y en círculos su fuego encarcelado?
¿Ves de inmortales cedros fabricado
techo? ¿Ves en los jaspes detenido
el peso del palacio, ennoblecido
con las telas que a Tiro han desangrado?
Pues no lo admires, y alta invidia guarda
para quien de lo poco, humildemente,
no deseando más, hace tesoro.
No creas fácil vanidad gallarda;
que con el resplandor y el lustre miente
pálida sed hidrópica del oro.