Spelende meisjes
Vol sombere doemgedachten
geraakte ik in een straat
waar meisjes aan 't spelen waren
en we kwamen aan de praat.
Turkse en Surinaamse
sommigen autochtoon
en ze hadden er nauwelijks weet van,
ze speelden daar gewoon.
Mijn sombere visioenen
van een wereld die verging
vervaagden in 't licht van die kinderen
tot een herinnering.
Want die meisjes met aardige ogen
en met hun prachtige haar
zullen de kinderen baren
voor de komende duizend jaar.
Beluister dit gedicht in het Nederlands.
Stem: Leo van Zanen
Willem Wilmink hoefde de deur van zijn huis in de Enschedese Javastraat maar uit te lopen om het alledaagse tafereel te zien dat hij in dit gedicht beschrijft: spelende kinderen. Zelf was hij nogal eens somber, zo liep hij ook nu de deur uit. Maar vol optimisme keerde hij terug. Als kinderen met allerlei achtergronden gewoon met elkaar speelden, dan kwam het met de wereld vast goed.
Willem Wilmink
Enschede 1936 - 2003
Ook wie nog nooit van Willem Wilmink heeft gehoord, is waarschijnlijk bekend met zijn werk.
Vanaf 1970 vormde hij samen met onder meer Hans Dorrestijn en Karel Eykman een schrijverscollectief dat teksten schreef voor televisieprogramma’s als De Film van Ome Willem, Sesamstraat en Het Klokhuis. Wilmink was onder andere verantwoordelijk voor bekende (kinder)liedjes als Deze vuist op deze vuist, Hilversum III en De oude school en leverde vele teksten aan Kinderen voor kinderen en musicals.
Neerlandicus
Na het behalen van zijn gymnasiumdiploma studeerde Wilmink Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens zijn studie schreef hij zijn eerste gedichten en cabaretteksten. Hij was wars van moeilijke, ingewikkelde teksten. Zijn poëzie is zeer toegankelijk, maar niet plat of simplistisch. Boezemvriend Herman Finkers zei hierover: “Je kunt bij een gedicht van Wilmink niet één woord vervangen door een woord dat beter is. Het is helemaal tot de kern teruggebracht.”
Wetenschapper en volksschrijver
Na zijn afstuderen had Willem Wilmink een academische carrière. Van 1961 tot 1978 was hij universitair docent moderne letterkunde. Daarna leefde hij van de pen. Naast liedteksten schreef hij vertalingen, hertalingen van middeleeuwse literatuur, essays, verhalen en scenario’s. In 1988 promoveerde hij. Wilmink was zeer breed georiënteerd, en tegelijkertijd erg gehecht aan zijn geboortegrond: hij overleed in dezelfde straat in Enschede als waar hij geboren was.
Waar gaat dit gedicht over?
In Spelende Meisjes beschrijft Wilmink hoe hij somber een straat in wandelt en daar geconfronteerd wordt met spelende meisjes. De ‘confrontatie’ met hun onbezorgdheid trekt hem uit zijn somberheid.
Zwaarmoedigheid
Vol sombere doemgedachten, luidt de eerste regel van dit gedicht. Wilmink kon behoorlijk somber zijn. Zelf schreef hij daarover dat er ook maar weinig nodig was om de lucht te klaren: ‘Soms overvalt me iets van zwaarmoedigheid, moeilijk te verdrijven buien, die dan toch ook ineens weer over zijn, ’t gaat net zo vlug als ’t betrekken en ophelderen van de hemel bij winderig weer.’ Waarschijnlijk is dit gedicht dan ook gebaseerd op een wandeling door de buurt waarbij Wilmink somber vertrok maar vrolijk thuiskwam.
Kinderen hebben de toekomst
Het is goed voor te stellen waar Wilmink vrolijk van werd. Hij bedacht dat deze lieve, onbevooroordeelde en onbezorgde kinderen die hij samen zag spelen, ooit zelf ook weer kinderen zouden krijgen. En hoe die ook weer samen zouden spelen. Zolang dat doorging, zou het wel goed komen met de wereld - de komende duizend jaar.
Multiculturele samenleving
Zoals veel van zijn gedichten is ook dit werk tijdloos; het gaat zelfs over tijdloosheid. Het heeft wel een sterkere maatschappelijke lading dan de meeste van zijn liedjes en gedichten. Dat zit met name in het expliciet benoemen van de afkomst van de spelende meisjes: Surinaams, Turks, autochtoon. Wilmink geeft daar geen oordeel over, benoemt enkel wat hij ziet: een situatie waarin iedereen met een grote vanzelfsprekendheid met elkaar optrekt. Ooit vatte Wilmink dat zelf als volgt samen: “Je mag schrijven over hoe het zou moeten.”
Ontstaan van dit gedicht
Willem Wilmink en zijn vrouw Wopke kochten in 1991 een arbeidershuisje in de Javastraat in Enschede, de straat waar Wilmink geboren was. Het idee was dat Willem daar vier dagen in de week zou verblijven en de rest van de tijd in Zeist zou zijn, bij Wopke en haar dochters. Volgens zijn vrouw liep het anders. “Als eerste stond er een bank en een kratje Duvel, en ik hoorde hem alleen nog maar zeggen: ‘Zo.’. En dat was het. Hij is nooit meer weggegaan daar.”
Volksbuurt
In de Javastraat schreef Wilmink twee jaar later dit gedicht. Hij hoefde voor zijn inspiratie de deur maar uit te gaan. Zijn buurt was in de jaren 1920 gebouwd om de Enschedese textielarbeiders te huisvesten en had zich inmiddels ontwikkeld tot multiculturele volksbuurt.
Stadsverhalen
Inwoners van Leiden dragen het gedicht voor.
Filmclip: Leendert Beekman, Michiel Keller.
Ik heb een verhaal bij dit gedicht
Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.
Willem Wilmink in Leiden
Foto Anoesjka Minnaard
Op 24 januari 2013 was het 400 jaar geleden dat de basis werd gelegd voor de Maredijkbuurt, een van de eerste Leidse wijken die buiten de middeleeuwse stadsmuren werd aangelegd, buiten de Marepoort. Dit muurgedicht is aangebracht ter gelegenheid van het vierde eeuwfeest, aan de Maredijk hoek Poelgeeststraat. Het was het 105e muurgedicht dat Stichting TEGEN-BEELD realiseerde.
Bijzonder aan de vormgeving is dat de handtekening van Wilmink is opgenomen. Die heeft hij overigens niet zelf gezet: Wilmink was tien jaar eerder overleden.
Willem Wilmink en Nederland
Wilmink heeft een gigantisch oeuvre geschreven. Hij bereikte daarmee een zeer groot publiek. Dat is gedeeltelijk te danken aan de toegankelijkheid van zijn werk, en aan het feit dat hij veel voor radio en televisie werkte.
Jaloezie
Willem Wilmink werkte veel samen met bekende schrijvers en acteurs als Joost Prinsen, Harry Bannink en Hans Dorrestijn. Zij spreken nog altijd met veel liefde en respect over de Enschedese grootheid. Hans Dorrestijn zei bijvoorbeeld het volgende: “Je snapt ook wel dat ik af en toe tijdens die vergaderingen barstte van jaloezie. Ik ben bijna nooit op iemand jaloers, al worden ze multimiljonair of God mag weten wat. Maar ik heb het echt zwaar gehad, want Willem z’n liedjes waren bijna altijd beter.”
Fans
Willem Wilmink heeft nog altijd veel fans. Iedereen die liefde koestert voor de Nederlandse taal kan waarschijnlijk op enig niveau het werk van Wilmink waarderen. Het werk dat in al zijn ogenschijnlijke eenvoud een wonder van kunst is – een getuigenis van levensgroot en ijzersterk taalgevoel.
Citaten
“Kunst is de hap suiker bij de levertraan”
Willem Wilmink
“Onze tandarts had een aquarium, weet ik nog van toen ik een kind was. Sindsdien heb ik nog steeds een gevoel van kiespijn als ik een aquarium zie.”
Willem Wilmink
“In het Nederlands is iemand dood gegaan,
over zijn reis wordt nooit meer iets vernomen
In het Twents is iemand uit de tijd gekomen
dus weet je zeker: hij kwam veilig aan.”
Willem Wilmink
Wist je dat?
- Dit gedicht is door Boudewijn de Groot in 2007 op muziek gezet.
- Aart Staartjes had aan Willem Wilmink gevraagd om het begin- en eindlied van de Film van Ome Willem te schrijven. Voor het eindlied had Wilmink als instructie meegekregen dat het vooral simpel moest zijn. Niet veel later gaf hij Staartjes een heel klein papiertje met de welbekende regels:
Deze vuist op deze vuist
Deze vuist op deze vuist
Deze vuist op deze vuist
En zo klim ik naar boven
Besmuikt vroeg Wilmink aan Staartjes: “Denk je dat ik hier ook geld voor kan vragen?
- Tot aan zijn overlijden schreef Wilmink op een typemachine, omdat hij niet op een computer wilde werken.
- Van Willem Wilmink is sinds 2016 ook in zijn geboortestad Enschede een muurgedicht te vinden. Textielstad is aangebracht aan de Markstraat en werd onthuld door Herman Finkers. In Almelo zijn maar liefst twee muurgedichten van Wilmink te vinden: Brief aan Woningstichting Sint Joseph en Huizen in de binnenstad.
- Na Harry Bannink is Willem Wilmink de meest voorkomende naam in de Grote Harry Bannink Podcast van Gijs Groenteman. Hij wordt iedere aflevering minimaal één keer genoemd.
Meer weten?
Dit lemma is geschreven door Anne de Rooij in samenwerking met het Taalmuseum. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
- DWDD interview met Herman Finkers, woensdag 14 maart 2018
- De Grote Harry Bannink Podcast, interview met Wopke Wilmink en het interview met Hans Dorrestijn
- "De poëzie van Willem Wilmink" op Youtube
- "Willem Wilmink dichter in de Javastraat" op Youtube
- Willem Wilmink, Zelfportret in brieven