icon-close

O, arbeid (1933)

Marinus van der Lubbe

Arbeid is alles en alles is arbeid, meent Marinus van der Lubbe in zijn cel, wachtend op zijn proces. Tot aan zijn dood blijft hij overtuigd communist.

illustratie: lees in nederlands
icon-close

O, Arbeid

Niet de partijen
Niet de stellingen
Niet de woorden
Niet het zijn

Leven of sterven
Winnen of verliezen
Het is alles een
Recht of waarheid
Blijft alles het zelfde
Zonder arbeid is er geen

Arbeid alleen kost al dit leven
Leven is dus arbeid alleen.

icon-close

Beluister dit gedicht in het Nederlands.
Stem: Leo van Zanen

illustratie: ontdek dit gedicht in 1 minuut
icon-close

Ontdek dit gedicht in een minuut

Marinus van der Lubbe zit in april 1933 in de gevangenis in Berlijn omdat hij ervan wordt verdacht het Duitse parlementsgebouw in brand te hebben gestoken. De nazi’s hebben het voor het zeggen, vrijspraak lijkt uitgesloten. Van der Lubbe vindt troost in zijn geloof in het communisme. In een brief aan een bevriende Leidse communist beschrijft hij wat dat voor hem betekent.

Meer weten? Je kunt op deze website het gedicht beluisteren, je verdiepen in de totstandkoming en de maker en ontdekken wat Leidenaren ervan vinden.

icon-close
Marinus van der Lubbe

Over Marinus van der Lubbe

Leiden, 1909 – Berlijn, 1934

Op 10 januari 1934 werd Marinus van der Lubbe geëxecuteerd voor het in brand steken van de Reichstag, het Duitse parlementsgebouw. De brand vond plaats in februari 1933, net nadat Adolf Hitler aan de macht was gekomen. Waarschijnlijk wilde Van der Lubbe een daad stellen en het verzet tegen de nazi’s aanwakkeren. Of hij alleen handelde, is altijd de vraag gebleven. De brand kwam Hitler namelijk goed uit, omdat hij hierdoor kon afrekenen met communistische en socialistische tegenstanders en zijn bevoegdheden flink kon uitbreiden.

Metselaar en communist

Toen Marinus van der Lubbe twaalf jaar oud was, stierf zijn moeder. Hij trok in bij zijn halfzus in Leiden en leerde voor metselaar. Al op jonge leeftijd sloot hij zich aan bij de Leidse Communistische Jongerenbond (CJB), waar hij vanwege zijn rebelse aard regelmatig met de leiding in aanvaring kwam. Nadat hij op zestienjarige leeftijd door een bouwongeluk arbeidsongeschikt werd, vertrok hij naar de Sovjet Unie, waar hij wilde zien hoe het communisme in de praktijk werd gebracht. Hij kwam echter niet verder dan Duitsland.

Doodstraf

Een half jaar nadat hij wordt opgepakt voor de Reichstagbrand begon zijn proces. Al snel was duidelijk dat hij flink was mishandeld, want hij kwam nauwelijks uit zijn woorden. De andere verdachten werden vrijgesproken, maar Van der Lubbe kreeg de doodstraf. Die werd op 10 januari 1934 in Leipzig voltrokken; hij was toen 24 jaar oud. Daarmee was de rechtsgang niet ten einde: mede door de inzet van zijn nazaten is Van der Lubbe in 2007 alsnog vrijgesproken.

Bekijk hier beelden van het proces tegen Van der Lubbe.

illustratie: over dit gedicht
icon-close

Waar gaat dit gedicht over?

In dit gedicht schrijft Van der Lubbe over arbeid. Dat is de basis van alles, zo schrijft hij. De arbeid waarover steeds gesproken wordt, is veel meer dan simpelweg werk.

Communistisch ideaal

Volgens Karl Marx (1818 - 1883), de grondlegger van de theorie van het communisme, was er sprake van een hogere klasse (de bourgeoisie) die kapitaal zoals gebouwen, vermogens en machines bezit en die de arbeidersklasse (het proletariaat) uitbuit. Hiertegen moeten de arbeiders in opstand komen, om een staat op te richten waarin de productiemiddelen in ieders handen zijn en daardoor iedereen gelijk is. Alle andere tegenstellingen - leven of sterven, winnen of verliezen - zijn te herleiden tot deze klassenstrijd. Zo kunnen de slotregels van het gedicht ook gelezen worden: de inzet voor het communisme neemt in principe je leven over, of was het waard om je leven voor te geven.

De moed erin houden

Wachtend in zijn cel op het proces waren de tegenstellingen ‘leven of sterven / winnen of verliezen’ en ‘recht of waarheid’ ook direct op Van der Lubbe van toepassing. Schreef hij dit gedicht als rechtvaardiging voor zijn handelen? Om te laten zien dat hij nog altijd achter zijn communistische idealen stond? Of misschien simpelweg om te laten zien dat hij de moed niet had opgegeven?

illustratie: ontstaan van dit gedicht
icon-close

Ontstaan van dit gedicht

Marinus van der Lubbe werd op de avond van de Reichstagbrand direct opgepakt. In afwachting van zijn proces schreef hij vanuit zijn cel met verschillende mensen in Nederland, waaronder zijn ‘beste kameraad’ Simon Harteveld, een Leidse communist die hij kende uit zijn tijd als metselaar. Van der Lubbe zat al ruim een maand vast in de gevangenis van Berlijn toen hij Harteveld dit gedicht stuurde. In zijn brief regelt hij eerst een aantal praktische zaken, voornamelijk het afbetalen van schulden, waarna hij enkele regels over de pers en het communisme schrijft. Daarna volgt dit gedicht. Van der Lubbe vroeg Harteveld verder de groeten aan zijn broer Jan te doen, ‘ook verder zelf hartelijk gegroet, evenals Vrouw en kinders.’

illustratie: ik heb een verhaal bij dit gedicht
icon-close

Ik heb een verhaal bij dit gedicht

Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.

illustratie: gedicht in leiden
icon-close

Marinus van der Lubbe in Leiden

Foto: Ed Visser

Marinus van der Lubbe is geboren in Leiden. Nadat hij in zijn jonge jeugd enkele jaren in Den Haag woonde, keerde hij op zijn twaalfde terug naar de sleutelstad. Het is dan ook niet gek dat er juist in Leiden een plek naar hem is vernoemd: het Marinus van der Lubbehofje. Een hofje om de hoek van waar hij woonde. Daar is dit gedicht te zien. De onthulling vond op 11 september 1998 plaats, 65 jaar na de Reichstagbrand. Het ging gepaard met trommelslagen en het zingen van socialistische liederen. Het gedicht werd oorspronkelijk beschermd door gaas, wat naast de bescherming tegen voetballen ook een symbolische functie vervulde. Later is er een hek geplaatst. Het was 62e muurgedicht dat Stichting TEGEN-BEELD in Leiden realiseerde.

Helaas voor het muurgedicht groeit de klimop nogal hard en is het gedicht daardoor soms even niet of nauwelijks te zien, totdat deze weer gesnoeid wordt.

Foto Anoesjka Minnaard

Signatuur

Martin Schouten, biograaf van Van der Lubbe, is verantwoordelijk voor de keuze van het gedicht van Van der Lubbe. Als signatuur koos hij een arbeiderspet zoals Van der Lubbe droeg.

Marinus van der Lubbejaar

De onthulling van het gedicht markeerde tevens het begin van het Marinus van der Lubbejaar (1998-99). In dit jaar werden onder andere drie gedenkstenen geplaatst. Eén is te zien bij de Morspoort in Leiden, een op het graf van Marinus van der Lubbe in Leipzig en een in Berlijn, bij het Deutsches Theater. Op elke steen staat een strofe uit een ander gedicht dat Van der Lubbe schreef.

In Leiden

Schoonheid, schoonheid, wat ooit was.
Dan nergens heen,
Blijf eraf, blijf eraf.
't Is al kristal en pracht.
Ook leven zelf.
Waar nu nog heen.
Maar o, alles is arbeid,
Het mag, het mag.

In Leipzig

Dan niet meer hoog
Dan niet meer laag.
Geen slecht,
Geen goed.
Geen kwaad.
Alles is schoon, en strijdt daarvoor.
In alles en met alles.

In Berlijn

Groter
Dichten eenmaal.
Ik geloof een gedicht. Ik geloof
Over, schoonheid wat eens was
En ik denk, dat zoiets zijn zal
Arbeid.
Een eenheid
Door jou alleen
Is alles, wat is.

illustratie: betekenis voor een groep
icon-close

Van der Lubbe en het communisme

Het communisme was er in allerlei vormen. Allemaal onderschreven ze de theorie van de klassenstrijd van Karl Marx, maar hoe die strijd gevoerd moest worden, en waar het toe moest leiden, liep sterk uiteen. Communisten en socialisten voerden daarover onderling vaak heftige discussies.

Van der Lubbe en het radencommunisme

Van der Lubbe was geen theoreticus maar een arbeidsongeschikt geraakte metselaar die liever handelde dan analyseerde. Toch werd hij gegrepen door een behoorlijk theoretische substroming die in Nederland maar weinig aanhang kreeg, het radencommunisme. Volgens deze benadering kon de bevrijding van de arbeiders slechts het werk van de arbeiders zelf zijn. Vakbonden, partijen en andere belangenbehartigers wees men af. De eerste regel van dit gedicht, Niet de partijen, weerspiegelt Van der Lubbe’s radencommunisme.

illustratie: citaten
icon-close

Citaten

Ik moet wat doen

Van der Lubbe over het gebrek aan verzet tegen Adolf Hitler

Ik kan alleen maar herhalen dat ik de Rijksdag helemaal alleen heb aangestoken. Dit is mijn proces! En ik wil mijn vonnis hebben.

Van der Lubbe tijdens het proces.

illustratie: wist je dat
icon-close

Wist je dat?

  • In de jaren 1930 was er een prijs van 5000 gulden (ca. 40.000 euro tegenwoordig) uitgeloofd voor de eerste Nederlander die het Kanaal over zou zwemmen. Marinus van der Lubbe wilde dit geld graag incasseren. Hij reisde naar Calais, maar zijn poging mislukte.
  • De Duitse schrijver Bertolt Brecht schreef in 1941 het theaterstuk Der aufhaltsame Aufstieg des Arturo Ui. Dit theaterstuk, een vergelijking, beschrijft hoe Hitler aan de macht kwam aan de hand van een aantal gangsters in Chicago. Zoals normaal is in een vergelijking representeert ieder persoon een echt figuur. Marinus van der Lubbe speelt uiteraard ook een rol in dit stuk, hij komt in een bedrijf voor als de figuur Fish. Deze zou een groentewinkel in brand gestoken hebben, hoewel duidelijk is, dat de mannen van Ui (Hitler) dat gedaan hebben. Het proces dat volgt wordt vervolgens ook gemanipuleerd, waardoor hij voor de brandstichting veroordeeld wordt.
  • De dood van Marinus van der Lubbe inspireerde meerdere schrijvers en dichters. Zo schreef de dichter Willem Elsschot in 1934, naar aanleiding van de onthoofding van Marinus van der Lubbe, een gedicht over hem:

Van der Lubbe
Aan Simon Vestdijk

Jongen, met je wankel hoofd
aan de beul vooruit beloofd,
toen je daar je lot verbeidde
stond ik weenend aan je zijde.

De operette duurde lang:
van het wraakhof naar ’t gevang,
van ’t gevang weer naar het hof,
in de boeien van den mof.

Veertig haarden dorst je ontsteken,
duizend haarden zou men wreken,
maar je beulen stonden paf
toen je zweeg tot in je graf.

Dokters, rechters, procureuren,
allen zijn je komen keuren,
allen vonden je perfect,
en toen heeft men je genekt.

’t Had de Koningin behaagd
dat je gratie werd gevraagd,
maar voor zulk een vieze jongen
wordt meestal niet aangedrongen.

Lang heeft men geprakkezeerd
wat een mensch het meest onteert,
hangen, branden, vierendeelen
of gewoon als varken kelen.

Toen heeft men het mes gekozen
om je toch eens te doen blozen,
want zoo’n gala met wat bloed
doet een hakenkruiser goed.

Jongenlief, zooals je ziet,
Leiden krijgt je resten niet.
Hitler laat zich niets ontrukken
want hij houdt van die twee stukken.

Holland vraagt nu onverdroten
of je niets werd ingespoten,
maar die vuige, laffe moord
vindt het minder ongehoord.

Laat het stikken in zijn centen,
in zijn kaas en in zijn krenten,
in zijn helden, als daar zijn
Tromp, De Ruyter en Piet Hein.

Moog je geest in Leipzig spoken
tot die gruwel wordt gewroken,
tot je beulen, groot en klein,
door den Rus vernietigd zijn.

illustratie: video
icon-close

Bekijk hier de beelden van het proces tegen Marinus van der Lubbe. 

illustratie: lees dit gedicht in het engels
icon-close

Oh, Labor

Not the factions
Not the statements
Not the words
Not being

Living or dying
Winning or losing
It is all alike
Right or truth
Everything stays the same
Without Labor there is none

Labor alone takes this life
Therefore, life is labor alone.

Translation: Natasja Oorthuis

illustratie: meer weten
icon-close

Meer weten?

Dit lemma is geschreven door Chris Flinterman en het Taalmuseum. De vertaling naar het Engels is door Natasja Oorthuis. Er is gebruik gemaakt van de volgende publicaties:

  • Bos, Dennis, ‘Twee maal radencommunisme: Cajo Brendel en Rinus van der Lubbe’, via Onvoltooidverleden.nl.
  • Dekker, Maurits, Roodboek. Van der Lubbe en de Rijksdagbrand, via DBNL.nl
  • Harmsen, Ger. Marinus van der Lubbe, via SocialHistory.org
  • Schouten, M., Marinus van der Lubbe; een biografie (Amsterdam 2008).