icon-close

XXIV Testamente II (1950)

Pablo Neruda

illustratie: lees in nederlands
icon-close

XXIV Testamente (II)

Ik vermaak mijn oude boeken – ik vond ze
in de uithoeken van de wereld en aanbad
de majesteit van hun typografie –
aan de nieuwe dichters van Amerika,
aan degenen die
eens de bekentenissen van morgen spinnen
op het nu hese en werkeloze weefgetouw.

Zij worden geboren als dode houthakkers
en kompels die met landelijke vuisten
hun ontelbare levens hebben gegeven
om de scheve kathedraal op te poetsen,
de ontwrichte graankorrel en de vezel
die onze gulzige vlakten verstoorde.
Zij moeten die hel aanraken, dit verleden
dat diamanten vermorzelde, zij moeten
de graanwerelden van hun lied verdedigen
en wat aan de boom van marteldood groeide.

Op beenderen van caciques, ver
van onze verraden erfenis, in de volle
wind van volkeren die nu alleen opstappen,
gaan zij het statuut invullen
van een lang en zegerijk lijden.

Ze moeten houden van mijn dichters, mijn Manrique,
mijn Góngora, mijn Garcilaso, mijn Quevedo:
zij waren
titanische wachters, platina
harnassen en besneeuwde klaarte
die me strengheid leerden; in mijn oude
Lautréamont moeten ze oude klaagzangen vinden
in tijden van pest en doodstrijd.
In Majakovski moeten ze lezen hoe de ster steeg
en hoe uit zijn stralen aren ontkiemden.

Vertaling: Bart Vonck, Canto General, 2014

icon-close

Listen to this poem in Spanish (Chilean).
Voiced by: Nicole Carvajal

illustratie: ik heb een verhaal bij dit gedicht
icon-close

Share your story

Does this poem hold a special place in your heart? For example, do you remember when you first read the poem? Or did you come across it someplace unexpected? Let us know at muurgedichten@taalmuseum.nl! We would love to add your story to our website.

illustratie: gedicht in leiden
icon-close

Pablo Neruda in Leiden

Photo Anoesjka Minnaard

illustratie: lees dit gedicht in het engels
icon-close

XXIV Testamente (II)

I leave my old books, collected
in corners of the globe, venerated
in their majestic typography,
to the new poets of America,
to those who'll one day
weave tomorrow's meanings
on the raucous interrupted loom.

They'll have been born when the rough fist
of dead woodcutters and miners
has given a countless life
to clean the crooked cathedral,
the demented kernel, the filament
that entangled our avid plains.
Let them touch hell, this past
that crushed the diamonds, and let them defend
the granary worlds of their song
whatever grew on the tree of martyrdom.

Upon the chieftains' bones, far
from our betrayed legacy, in the open
air of nations that stand alone,
they'll fill the statute
of a long victorious suffering.

Let them love as I loved my Manrique, my Góngora,
my Garcilaso, my Quevredo: they were
titanic guardians, platinum
armor and snowy transparancy,
who taught me precision, and let them seek
in my Lautréamont old laments
amid pestilential agonies.
In Maiakovsky let them see how the star climbed
and how spikes of grain were born of this thunderbolts.

Translation: Jack Schmitt, Canto General, 1991

illustratie: lees dit gedicht in het spaans
icon-close

XXIV Testamente (II)

Dejo mis viejos libros, recogidos
en rincones del mundo, venerados
en su tipografía majestuosa,
a los nuevos poetas de América,
a los que un día
hilarán en el ronco telar interrumpido
las significaciones de mañana.

Ellos habrán nacido cuando el agreste puño
de leñadores muertos y mineros
haya dado una vida innumerable
para limpiar la catedral torcida,
el grano desquiciado, el filamento
que enredó nuestras ávidas llanuras.
Toquen ellos infierno, este pasado
que aplastó los diamantes, y defiendan
los mundos cereales de su canto,
lo que nació en el árbol del martirio.

Sobre los huesos de caciques, lejos
de nuestra herencia traicionada, en pleno
aire de pueblos que caminan solos,
ellos van a poblar el estatuto
de un largo sufrimiento victorioso.

Que amen como yo amé mi Manrique,
mi Góngora, mi Garcilaso, mi Quevedo:
fueron titánicos guardianes, armaduras
de platino y nevada transparencia,
que me enseñaron el rigor, y busquen
en mi Lautréamont viejos lamentos
entre pestilenciales agonías.
Que en Maiakovsky vean cómo ascendió la estrella
y cómo de sus rayos nacieron las espigas.

illustratie: meer weten
icon-close

Learn more

This entry was written by Het Taalmuseum in collaboration with Nikki Spoelstra. The following publications were consulted:

  • Pablo Neruda, Canto General. Opgenomen in de Perpetuareeks en vertaald door Bart Vonck. Amsterdam: Atheneum Polak & Van Gennep, 2014.
  • Pablo Neruda, Ik beken ik heb geleefd: herinneringen. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1982.
  • Hagar Peeters, Malva. Amsterdam: De Bezige Bij, 2015.
  • Biografische feiten via Wikipedia