icon-close

Goede reis (1971)

Mohammad-Reza Shafi'i Kadkani

Afscheid nemen hoeft niet alleen verdrietig te zijn.

illustratie: lees in nederlands
icon-close

Goede reis

‘Waarheen zo haastig?’

vroeg het riet aan de bries.

‘Mijn hart raakt bedrukt op deze plaats,
heb jij geen lust om te reizen,
weg van het stof van deze woestijn?’

‘Dit is al wat ik verlang,
maar wat kan ik doen,
mijn voeten zijn geketend…’

‘Waarheen zo haastig?’

‘Naar waar ik ook thuis ben,
maar niet hier.’

‘Vaarwel!
Moge jij in vriendschap met God gaan.
Wanneer je ongedeerd deze huiveringwekkende woestijn bent gepasseerd,
breng de regen,
de bloesems
een groet van ons.’

Vertaling: Asghar Seyed-Gohrab

icon-close

Listen to this poem in Farsi.
Voiced by: Bahar Soohani

illustratie: ontdek dit gedicht in 1 minuut
icon-close

Dit gedicht in een minuut

In de woestijn zijn planten diep geworteld. De wind is echter vrij, en kan overal naartoe. Die tegenstelling, die centraal staat in dit gedicht, speelt ook in de mensenwereld. Ouderen zijn vaak dieper geworteld dan jongeren, en wie volgens het soefisme nader tot god wil komen, doet er goed aan zich te bevrijden van ballast. Verlies is dus niet simpelweg negatief, het schept ook mogelijkheden.

Meer weten? Je kunt op deze website het gedicht beluisteren, je verdiepen in de totstandkoming en de maker en ontdekken wat Leidenaren ervan vinden.

icon-close
Mohammad-Reza Shafi'i Kadkani

Mohammad-Reza Shafi’i Kadkani

Kadkan 1939

Kadkani werd geboren in het noordoosten van Iran. Hij was al jong geïnteresseerd in taal en studeerde literatuurwetenschap en theologie aan de Universiteit van Mashhad. Kadkani promoveerde in de Perzische taal en cultuur aan de Universiteit van Teheran en doceerde daar vervolgens Perzische literatuur en mystiek. Later deed hij dat ook in Oxford, Harvard en Princeton.

Dichter

Kadkani gebruikt in zijn gedichten vaak eenvoudige taal met verschillende betekenislagen. Zijn werk bevat veel metaforen. Hij promoveerde dan ook op beeldspraak in de Perzische poëzie door de eeuwen heen. Bijzonder aan zijn werk is verder dat hij zich inzet voor vernieuwing van de poëzie. In Iran bestaat veel waardering voor klassieke gedichten: ze worden regelmatig voorgedragen bij belangrijke gebeurtenissen en velen kennen gedichten uit het hoofd. Door die levende traditie, was de waardering voor moderne poëzie lang gering. Kadkani zet zich al sinds zijn studietijd in voor grotere waardering voor eigentijds poëzie, waarin bijvoorbeeld vaste vormen en ritmes worden losgelaten.

illustratie: over dit gedicht
icon-close

Waar gaat dit gedicht over?

Goede reis is een dialoog tussen het riet en de wind. De wind haast zich naar elders, waar het leven beter is. Het riet is gebonden aan de grond. Het afscheid is onontkoombaar. Het lijkt een klassieke vertelling, maar werk van Kadkani staat ook bekend om de vele metaforen. Het riet en de wind kunnen ook andere betekenissen hebben.

Afscheid

Het zou bijvoorbeeld een dialoog tussen een grootouder en kleinkind kunnen zijn. De grootouder woont nog altijd in zijn geboortedorp. Hij leeft al zijn hele leven op dezelfde manier. Hij kan niet meer anders, ook al hunkert hij ernaar moderner te leven. Het kleinkind neemt afscheid omdat het naar een grote stad wil. De grootouder wenst hem de uitdagingen van de stad toe om zichzelf beter te leren kennen. Of gaat het om het afscheid nemen van een naaste die is gestorven of een geliefde waarmee je de relatie verbreekt? Ook dan kan er sprake zijn van een verlangen om verder mee te reizen. Of gaat het wellicht over de Iraanse diaspora?

Soefisme

Kadkani heeft zich intensief verdiept in het soefisme, een vorm van islamitische mystiek. Het soefisme streeft naar eenwording met god. Om dit te bereiken wordt onthouding nagestreefd. Men vast, mediteert en onthoudt zich van slaap om in een hogere spirituele staat te geraken. Het menselijk lichaam is volgens de soefi een gevangenis voor de ziel. De ziel verlangt ernaar om terug te keren naar haar oorspronkelijke plaats in de spirituele wereld. Vanuit dit oogpunt drukt het woord ‘verlangen’ in dit gedicht het verlangen naar de samensmelting met god uit. De weg daar naartoe is door een ander al gevonden door de bries. Het riet staat symbool voor de mens die hunkert. De woestijn drukt in het gedicht dan het aardse bestaan uit waarin de soefi zich als geketend, als in gevangen ziet en voelt: een stoffige, dorre woestijn. Door zich, net als de wind, vrij te maken is het mogelijk om naar vruchtbare aarde te gaan.

Haastig

De zin Waarheen zo haastig? kan ook als confrontatie met een haastige voorbijganger worden gezien. Hij wordt opgejaagd door de snelheid waarin hij moet leven om het hedendaagse leven bij te houden. Sta ook jij nu even stil bij het gedicht, ondanks de drukte en hectiek van het dagelijks leven?

illustratie: ontstaan van dit gedicht
icon-close

Ontstaan van dit gedicht

Kadkani heeft zijn hele leven geschreven. Hij heeft veel kennis opgedaan van de klassieke Perzische poëzie en de islamitische mystiek. Dit is te zien in al zijn werken. De zoektocht naar de Zelf, de uitschakeling van de ego, de eenwording met de Geliefde (God) en het moment van de mystieke vervoering zijn als veel voorkomende thema’s van Kadkani te noemen. Dergelijke thema’s zijn van alle tijd.

illustratie: stadsverhalen
icon-close

Stadsverhalen

Op een hoek van de Lange Mare groeit een Iraans gedicht tegen de muur. Het wenst de voorbijganger een goede reis. Het gedicht is ontsnapt aan de censuur van de Sjah. Het nam de vorm aan van een oud-Perzische mystieke allegorie. Misschien gaat het gedicht over het afscheid of de dood of het onbereikbare. En misschien ook over vrijheid. De dichter heeft het muurgedicht zelf ondertekend. Asghar Seyed-Gohrab en Heleen Hörmann waren daarbij. Ashgar vertrok in 1986 uit Iran. Heleen werkte voor Vluchtelingenwerk. Zij brachten het gedicht en de dichter naar Leiden, de oude stad van het vrije woord. Woorden moeten verspreid worden. De voorbijganger leest het gedicht. Dan moet hij verder. Het gedicht wil met hem mee. Maar zijn letters zitten gekleefd tegen de muur. De reiziger vertrekt weer snel, als een blad in de wind. Met het gedicht gezaaid in zijn hoofd.

Fotografie: Patricia Nauta
Tekst: Joop van Gerven

illustratie: ik heb een verhaal bij dit gedicht
icon-close

Ik heb een verhaal bij dit gedicht

Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.

illustratie: gedicht in leiden
icon-close

Kadkani in Leiden

Foto Anoesjka Minnaard

Dit gedicht is in 2015 aangebracht op de muur in de Clarensteeg in Leiden, op de kruising met de Lange Mare. Het was het 111e muurgedicht dat Stichting TEGEN-BEELD in Leiden realiseerde. De eerste en laatste zin werden onthuld op 2 juni 2015, terwijl de verf nog nauwelijks droog was. Kadkani was toen namelijk in Leiden voor een internationale conferentie. Tijdens de onthulling heeft hij het persoonlijk ondertekend. Dit is daarmee het enige muurgedicht waar de dichter zelf zijn handtekening onder heeft gezet.

Voorgeschiedenis

Al in de jaren 1980 werd aan de toenmalige hoogleraar Arabisch aan de Universiteit Leiden Hans de Bruijn gevraagd of er ook een Perzisch gedicht op één van de muren in Leiden kon komen. Hij reageerde enthousiast, maar er was destijds geen Perzische kalligraaf om het gedicht in sierlijke Perzische letters op de muur aan te brengen. In 2013 lukte het wel. Toen namen Heleen Hormann en Asghar Seyed-Gohrab het initiatief. Seyed-Gohrab heeft ook de Nederlandse vertaling verzorgd.
 

illustratie: wist je dat
icon-close

Wist je dat..?

  • Veel van Kadkanis gedichten, of delen ervan, zijn verwerkt in Iraanse muziek. Ook het gedicht Goede reis is mede daardoor in Iran erg bekend. Het gedicht wordt regelmatig gezongen, gelezen en geciteerd om gevoelens uit te drukken die spelen bij het verlies van een geliefde.
     
  • Kadkani schreef jarenlang onder een pseudoniem, M. Sereshk. Het was een van de manieren om aan de censuur van de Sjah te ontkomen. Het publiek wist veelal wie onder welk pseudoniem publiceerde.
     
  • Deze Engelse vertaling is speciaal voor dit muurgedicht gemaakt door de bekende Britse dichter en wetenschapper Dick Davis, hoogleraar Perzische taal aan de universiteit van Ohio. Dit is een van de weinige muurgedichten waarbij de vertaling naast de originele taal is aangebracht.
     
  • In de Engelse vertaling wordt ‘God’ niet genoemd, maar in de Perzische tekst is het woord ‘God’ wel geschreven op de muur, trouw aan de oorspronkelijke tekst van het gedicht. Het verwijst echter niet direct naar god, maar is eerder een uitdrukking, zoals adieu ooit letterlijk ‘a dieu’ (met god) betekende.
     
illustratie: lees dit gedicht in het engels
icon-close

Travel safely

‘Where are you going, in such hurry?’

The desert-thorn asked the wind.


‘My heart is torment here -
don’t you want to get away?
From this dusty desert?’


‘It’s all I long for, but
what can I do, with my feet tied like this…’

‘Where are you going in such a hurry?’


‘Wherever it may be, except here, where I am.’


‘Travel safely then! But my friend, I beg you,
When you have passed safely from this brutal wasteland,
And reached blossoms, and the rain,
Greet them from me.’

illustratie: meer weten
icon-close

Meer weten?

Dit lemma is geschreven door Diana Leeman-Sol in samenwerking met het Taalmuseum. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

  • Enkele gesprekken met Asghar Seyed-Gohrab, Universitair Hoofddocent Perzische taal en cultuur aan de Universiteit Leiden.

Boeken:

  • Seyed-Gohrab, A. ‘Spiegel voor geluid; Mohammad-Rezâ Shafii Kadkani. Moderne Perzische poëzie vertaald door Asghar Seyed-Gohrab’ Leidschendam: Uitgeverij Quist 2010.
  • Seyed-Gohrab, A. Soefisme: een levende traditie, Amsterdam: Prometheus / Bert Bakker, 2015.
  • Katouzian, H. ‘Iran, Politics, History and Literature,’ London: Routledge Oxon, 2013.
  • Karimi-Hakkak, A. ‘An Anthology of Modern Persian Poetry’, Modern Persian Literature Series, Boulder Colorado: Westview Press, 1978.

Internet: